Historie
Aard en oorsprong van de vereniging
Scherpschuttersvereniging Prinses Juliana werd in 1910 opgericht. In die periode was het erg onrustig in Europa. Er was de constante dreiging van oorlog. Op hetzelfde moment waren ook de Boerenoorlogen in Zuid-Afrika aan de gang. De Nederlandse verbondenheid met Zuid-Afrika was op dat moment hecht. Deze dreigingen leidden ertoe dat de Nederlandse Regering het initiatief nam om de weerbaarheid van de Nederlandse bevolking te vergroten.
Om dat te bereiken werden overal in het land schietverenigingen opgericht met als doel ’s lands weerbaarheid te verhogen’. Dit doel probeerde men te bereiken door schietoefeningen te houden. Op die manier moesten goede schutters worden opgeleid. Deze oefeningen werden verricht met de geweren die bij het leger in gebruik waren, met de flobertbuks en met revolvers. Tegenwoordig zouden we de vroegere rol en taak van schietverenigingen kunnen vergelijken met de Nationale Reserve zoals we die nu kennen. Burgers met een militaire opleiding die bij calamiteiten ingezet kunnen worden ter vergroting van de capaciteit van de Krijgsmacht. Om in die tijd lid te kunnen worden van de schietvereniging moest men eveneens lid worden van de vereniging Volksweerbaarheid. Leden mochten alleen aan schietoefeningen deelnemen indien zij bewijs geleverd hadden van voldoende schietvaardigheden.
Deze rol en taak hield de schietvereniging een aantal decennia. Het waren in de beginperiode uitsluitend heren die lid waren van de vereniging. Ten tijde van de Tweede Wereldoorlog was de schietvereniging niet actief. Daartoe verleende de Duitse bezetter geen toestemming.
Na de 2e wereldoorlog trad een periode van economische voorspoed en politieke stabiliteit aan in Nederland en Europa. Daarmee veranderde ook het karakter van de vereniging. Nog steeds waren vooral de heren van het dorp lid van de vereniging, maar veel minder stond de verhoging van de weerbaarheid centraal. Meer en meer kwam het schieten als sport in de belangstelling te staan. Een sport die voorheen louter aan de elite en adel ten eer kwam. De toename van vrije tijd als gevolg van de verkorting van de werkweek droeg hier ook sterk aan bij. Dit betekende dat een bredere doelgroep lid kon worden van de vereniging. Deze trend heeft zich doorgezet tot op de dag van vandaag. De vereniging heeft op dit moment tot doel ‘de schietsport in den brede te bevorderen’. Er kan op dit moment door jong en oud, man en vrouw worden geschoten in tal van disciplines.
Schietlocaties
Scherpschuttersvereniging Prinses Juliana heeft in het verleden diverse schietbanen gehad in en buiten het dorp. In de beginperiode van de vereniging werd er geschoten vanaf het ‘domineesdijkje’ (in de kleine Suzannapolder). Bij schietwedstrijden was het een drukte van belang. Veel dorpsgenoten stelden zich aan de zijkant van de schietbaan op om de schietkunsten van de schutters te volgen.
Na de aanleg van de nieuwe haven in de jaren ’60 verhuisde de schietvereniging naar het einde van de Molendijk. Hier was een 100-meter baan waar in de zomerperiode op zaterdagmiddag veelvuldig werd geschoten. In de volksmond wordt deze plaats nog steeds de ‘schiettent’ genoemd.
In 1999 werd deze buitenbaan wegens verscherpte milieuwetgeving gesloten. Niet langer werden de schutters aan weer, wind en verschillende belichtingen blootgesteld. Een groot gemis, maar de verhalen uit deze periode worden nog steeds levend gehouden.
In de winterperiode werd er niet op de buitenbanen geschoten. Tot de begin jaren ’70 werd er in het schoolgebouw aan de ring geschoten.
Na sloop van dit gebouw, kreeg de schietvereniging een plaats in de gezamenlijke gymzaal van het dorp (de Sakofahal). Daar werd voornamelijk geweer geschoten op een afstand van 12 meter.
Voor pistool werd er een aparte baan gebouwd naast de Sakofahal (geopend in 1990). In 1991 besliste de gemeente dat er niet langer meer geschoten mocht worden in de gymzaal (wegens het uitstoten van loodstof). Als gevolg hiervan werden alle schietactiviteiten verplaatst naar de pistoolbaan. Deze situatie werd gehandhaafd totdat bleek dat de gemeente voornemens was de Sakofahal te slopen. Tezamen met de wens om weer meer capaciteit te hebben en op langere afstand te schieten, vormden dit de ingrediënten om te werken aan nieuwbouwplannen.
Diverse locaties en bouwtechnieken passeerden begin jaren 2000 de revue. Geen daarvan bleek financieel haalbaar voor een vereniging met 45 leden. Totdat rond 2010 de samenwerking werd gezocht met de IJsclub voor de realisatie van een gemeenschappelijk clubgebouw. Met het resultaat dat we na vele uren plannen maken, voorbereiden en bouwen, medio 2015 onze intrek hebben genomen in onze prachtige nieuwe accommodatie. Een accommodatie waarmee de vereniging de toekomst met vertrouwen tegemoet kan zien.